Pleinvrees, het verhaal van Nora
Het begon bij een uitje met stage. We gingen ergens eten, toen ik plotseling een paniekaanval kreeg. Ik ging zweten, werd misselijk én duizelig. Ik wist toen nog niet wat er met mij aan de hand was en was bang dat mensen het zouden zien. Ik kon nog maar aan één ding denken: ik moest daar weg.
Ik dacht dat ik misschien last had van stress. Ik was nog maar net met mijn stage begonnen en vond het moeilijk om mijn aandacht te verdelen tussen school en stage. Maar steeds vaker kreeg ik last van paniekaanvallen. In de metro, tijdens stage, op een feestje. Ook kreeg ik last van hyperventilaties. Dan kun je niet meer goed ademen en krijg je het erg benauwd. Ik besloot een dagje thuis te blijven. Maar de volgende dag dacht ik: ‘Eigenlijk wil ik nog steeds niet.’ Ook de dag daarna voelde ik mij nog niet fit genoeg om naar stage te gaan. De drempel werd steeds hoger, totdat ik plotseling helemaal niet meer naar buiten durfde.
In drie maanden tijd verloor ik vijftien kilo. Als je constant bang bent, heb je geen trek meer. Mijn ouders zagen hoeveel ik was afgevallen en hebben samen met mij een afspraak bij de dokter gemaakt. We dachten nog: misschien is het wel astma. Omdat ik steeds moest hyperventileren. Maar de dokter zag al snel dat het door stress kwam en dat het beter zou zijn als ik met een psycholoog zou gaan praten. Vier maanden na mijn eerste paniekaanval in de metro vertelde de psycholoog mij dat ik een trauma had ontwikkeld door al die paniekaanvallen en dat ik daardoor niet naar buiten durfde. Ik voelde op dat moment vooral opluchting, want eindelijk wist ik wat het was. Ik had geen astma, maar paniekaanvallen.
En die grote angst kreeg een naam: pleinvrees. Ze noemen het ook wel agorafobie.
Als ik een stukje moest fietsen, had ik altijd mijn oortjes in. Afgezonderd van de wereld. Dan luisterde ik naar mindfulness. Ademhalingsoefeningen van vijf minuten, zodra ik dacht dat ik ging hyperventileren. Daardoor werd ik iets rustiger. Samen met mijn psycholoog ben ik meer oefeningen gaan doen. Zo gingen we bijvoorbeeld samen met de metro. De eerste keer was spannend, maar hoe vaker ik het ging oefenen, hoe meer vertrouwen ik kreeg.
Als ik een paniekaanval had, moest ik dat opschrijven in een schriftje. Welke gedachte had ik erbij, wat kon ik de volgende keer beter doen en hoe kon ik voorkomen dat ik het weer kreeg? Negatieve gedachten omzetten tot iets positiefs, dat heeft mij heel erg geholpen.
Uiteindelijk heb ik een jaar lang thuis gezeten. Na de zomervakantie wilde ik proberen om weer naar school te gaan. Ik zei tegen mezelf: dit kan zo niet langer. Je kunt niet voor altijd op deze manier blijven leven. Mijn vriendinnen gingen met mij mee. Eerst een uurtje, totdat ik het steeds wat langer volhield. Ik ben trots op mezelf, dat ik de angst niet de overhand heb laten nemen. Inmiddels ga ik weer hele dagen. Natuurlijk vind ik het nog weleens eng. Als ik in de metro zit en het is heel druk. Maar uiteindelijk gebeurt er niks en dat geeft mij vertrouwen. Ik probeer positief in het leven te staan en niet over alles na te denken of te piekeren. Mijn psycholoog heeft mij dat kunnen leren. Uiteindelijk komt altijd alles weer goed.
Nora (17 jaar)
In jouw regio
Sommige delen van deze website verschillen per regio. Selecteer de GGD bij jou in de buurt zodat wij jou lokale tips en links kunnen tonen.