Sportblessures
Sporten is gezond. Toch kun je tijdens het sporten een blessure oplopen. Hoe kun je de kans op een sportblessure zorgen kleiner maken? En wat kun je doen als je toch een sportblessure hebt?
Hoe ontstaat een sportblessure?
Bij het sporten gebruik je je botten, spieren, pezen en gewrichten. Sport je veel, dan worden je gewrichten soepeler, je pezen steviger en je spieren dikker. Door sporten kun je ook een blessure krijgen. Je spier rekt te ver uit. Je gewricht, bijvoorbeeld je enkel, kantelt de verkeerde kant op, je scheurt een pees of je breekt een bot.
Als je in de groei bent, heb je meer kans op blessures.
Hoe voorkom je een sportblessure?
De kans op sportblessures kun je op verschillende manieren verkleinen:
- Draag goede schoenen. Voor veel sporten zijn speciale schoenen te koop die gemaakt zijn voor die sport. Schoenen hebben in ieder geval een goede schokdemping nodig. Ook moeten ze stabiliteit en steun geven.
- Draag sportkleding die fijn zit en waarin je goed kunt bewegen. Kleding die knelt of schuurt kan je bloedsomloop remmen.
- Gebruik beschermingsmiddelen, zoals een helm, pols- of kniebeschermers. Heb je zwakke enkels of polsen? Tape ze van tevoren in.
- Begin met een goede warming-up. Loop bijvoorbeeld eerst rustig voordat je begint met sporten. Daarna kun je rekoefeningen doen. Zo maak je je spieren warm en los, en heb je minder kans op blessures. Sluit de training af met een cooling-down.
- Doe spierversterkende oefeningen, welke sport ook doet. Door het verstevigen van je spieren, verklein je de kans op blessures.
- Leef gezond. Gezond eten en drinken, geen alcohol drinken en niet roken verbeteren je sportprestaties.
- Voorkom overgewicht. Ben je te zwaar? Dan belast je je spieren, pezen en gewrichten meer. Besteed dan extra aandacht aan de warming-up en cooling-down. Probeer op een gezond gewicht te komen. Door te sporten ben je al op de goede weg. Let ook op wat je eet. Wil jij weten of je een gezond gewicht hebt? Controleer het op de BMI-meter van het Voedingscentrum.
- Drink genoeg. Zorg dat je per dag 1,5 tot 2 liter vocht drinkt. Ook als je niet sport is dat belangrijk. Wacht niet met drinken totdat je dorst krijgt, dan ben je te laat.
Ik heb een sportblessure. Wat nu?
Heb je een sportblessure opgelopen? Neem de tijd om te genezen. Soms is het goed om rust te nemen. Soms is het juist belangrijk om weer te gaan bewegen. Dat is voor iedere blessure en ieder lichaamsdeel anders. Een goede opbouw is belangrijk.
Zoek naar andere bewegingen die je wél kan uitvoeren. Misschien kun je bijvoorbeeld niet voetballen, maar wel wandelen of zwemmen. Blijven bewegen is goed voor je lichaam en geest. Ook slaap je beter als je beweegt.
Een blessure kan heel frustrerend zijn. Doordat je niet kan sporten, mis je beweging, maar ook sociaal contact. Je kan je daardoor eenzaam en rot gaan voelen. Misschien kun je toch naar de trainingen gaan en daar andere oefeningen doen, of de trainer helpen. Of na afloop van de training wel met je sportvrienden en -vriendinnen afspreken.
Heb je veel last van je blessure? Neem dan contact op met je huisarts. Die kan je verder helpen of je doorverwijzen naar een fysiotherapeut.
In jouw regio
Sommige delen van deze website verschillen per regio. Selecteer de GGD bij jou in de buurt zodat wij jou lokale tips en links kunnen tonen.